Chemiebedrijf Chemours uit Dordrecht krijgt een vergunning om afvalwater te lozen op rivier de Beneden-Merwede. De Tweede Kamer is akkoord gegaan met de plannen van minister Cora van Nieuwenhuizen.
Met de vergunning mag het chemiebedrijf jaarlijks jaarlijks maximaal 5 kilo Genx-houdend afvalwater en maximaal 2 kilo PFOA-houdend afvalwater te lozen op het oppervlaktewater van rivier de Beneden-Merwede, waar het bedrijf langs is gevestigd. Eerder schreef de minister dat het bedrijf zou mogen lozen in de Nieuwe Merwede, het blijkt echter te gaan om de Beneden-Merwede.
Aanleiding voor de vergunning is de constatering dat er in een directe lozing vanaf het terrein van Chemours de stof GenX aanwezig was. Rijkswaterstaat droeg het chemiebedrijf toen op om alsnog een vergunning hiervoor aan te vragen. Uit nader onderzoek bleek dat de aanwezigheid van GenX werd veroorzaakt door neerslag uit de lucht. Chemours mag de stof via de lucht uitstoten, door regen kwam de stof in het water terecht. Met de nieuwe vergunning wordt de directe lozing gelegaliseerd volgens de afspraken die gelden vanuit de Landelijke Handhavingsstrategie, zo schreef de minister eerder.
Chemours heeft sinds 2013 een vergunde directe lozing voor een maximale vracht van 2 kilo per jaar aan PFOA. Deze vracht betreft de lozing van (gezuiverd) grondwater uit een bodemsanering ter plaatse. Door nu de directe lozing van zowel PFOA als GenX in één waterwetvergunning op te nemen, kan op een juiste manier toezicht worden uitgeoefend op de directe lozing van beide stoffen, aldus de minister. De afgelopen jaren zijn de vergunningen van Chemours al strenger geworden, er zijn lagere emissies opgelegd door de Provincie en het chemiebedrijf heeft zelf maatregelen genomen om de uitstoot verder te beperken.
De lozing van de zeven kilo afvalwater mag niet worden opgeteld bij de totale indirecte lozing, zo heeft de Tweede Kamer besloten met het aannemen van een motie hiervoor.