De gemeenten Dordrecht en Oudewater pleiten samen voor een andere bekostiging van de verhoging van de raadsledenvergoeding. De twee gemeenten zijn blij met de verhoging van de vergoeding voor raadsleden van kleine gemeenten. Tegelijkertijd vinden de stadsbesturen dat het rijk die extra kosten voor zijn rekening moet nemen, niet de gemeenten. In de Drechtsteden krijgen raadsleden uit Alblasserdam en Hardinxveld-Giessendam voortaan een hogere vergoeding.
Als het aan de twee gemeenten ligt, dan krijgt het bestuur van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) opdracht bij minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) en het parlement te pleiten voor een andere bekostiging. Op dit moment draaien de Nederlandse gemeenten op voor de verhoging van de raadsvergoeding in kleinere gemeenten, waarbij dus ook grote gemeenten een bijdrage leveren.
Het gaat in totaal om 2442 raadsleden uit 147 gemeenten, waaronder in onze regio Alblasserdam en Hardinxveld-Giessendam. Ook raadsleden in Oudewater krijgen een hogere vergoeding. Zij krijgen met terugwerkende kracht, vanaf de gemeenteraadsverkiezingen in 2018, een vergoeding van 959 euro per maand. Landelijk gezien is met de verhoging jaarlijks een bedrag van 6,8 miljoen euro gemoeid.
De burgemeesters van Dordrecht en Oudewater hopen op het VNG-congres van 4 en 5 juni voldoende steun te krijgen voor het voorstel. Als dat het geval is, zal het VNG-bestuur bij de minister en het parlement een andere financiering bepleiten.