Gemeenten hadden in het eerste halfjaar van 2016 een taakstelling om 20.000 vergunninghouders te huisvesten. Daar kwam een achterstand bij van 3.400 (afgerond) die gemeenten voorgaande periodes hebben opgelopen. In totaal moesten gemeenten voor zo’n 23.400 vergunninghouders woonruimte gaan zoeken.
Om aan die opgave te voldoen, was het noodzaak om in de eerste periode van 2016 gemiddeld elke maand zo’n 3.900 vergunninghouders woonruimte bieden. Als gemeenten de ene maand minder dan gemiddeld huisvesten, dan moeten ze de volgende maand meer realiseren om uiteindelijk aan de taakstelling te voldoen. De taakstelling is verdeeld over gemeenten naar verhouding van het aantal inwoners. De provincies toetsen aan het einde van de taakstellingsperiode of gemeenten aan hun halfjaarlijkse taakstelling hebben voldaan.
De gemeente Dordrecht doet het goed. Zij hadden een taakstelling van 170 vergunninghouders te huisvasten, dit werden er uiteindelijk 184. De gemeente Zwijndrecht zit eronder. Zij moesten 43 vergunninghouders krijgen, maar hebben er op dit moment 32. In Papendrecht wordt bijna het dubbele aantal dat taakstellend was gerealiseerd aan vergunninghouders. Zo moesten zij 18 vergunninghouders krijgen, maar wonen er nu 33. De gemeente Sliedrecht zit ook goed, zij hadden de taak om 34 vergunninghouders te huisvesten, dat is op dit moment 36.
Hendrik-Ido-Ambacht en Alblasserdam zitten onder hun taakstellend aantal. In Hendrik-Ido-Ambacht is dit licht , met 38 die zij moeten gaan huisvesten, op dit moment is dat 34. Alblasserdam heeft op dit moment 16 vergunninghouders gehuisvest waar er 25 verwacht worden.
In totaal moesten er in de Drechtsteden 334 vergunninghouders gehuisvest worden. Op dit moment zijn dit er 335, waarmee de omgeving dus zo goed als gelijk loopt met wat er verwacht word.