Hartpatiënten voortaan na dotteren dezelfde dag naar huis

Patiënten in het Albert Schweitzer ziekenhuis die een geplande dotteroperatie ondergaan, of gepland een pacemaker of ICD geïmplanteerd krijgen, hoeven voortaan na deze ingreep niet meer een nacht in het ziekenhuis te blijven. Sinds maandag 17 juni kunnen zij in de meeste gevallen aan het einde van de dag naar huis.

“Vroeger bestonden bij deze ingrepen risico’s op complicaties, zoals een nabloeding of een functiestoornis in het geïmplanteerde apparaat”, vertelt interventiecardioloog Auke Weevers. “In de hedendaagse praktijk komen die complicaties zo goed als niet meer voor, doordat de technieken en procedures sterk zijn verbeterd. Daarom zien wij geen reden meer om de patiënt een nacht bij ons te houden. De meeste mensen voelen zich thuis prettiger en herstellen daar sneller. Uiteraard krijgen patiënten en hun naasten duidelijke instructies mee over hoe te handelen als er toch nog iets onverwachts zou optreden.”

Per jaar betekent dit dat rond de 700 hartpatiënten niet meer een nacht in dit ziekenhuis hoeven te blijven. Het merendeel van die groep is gedotterd, wat inhoudt dat een vernauwing in de kransslagader is opgerekt met een ballonnetje en er een stent is geplaatst. Mensen die ongepland gedotterd zijn, bijvoorbeeld na een acuut hartinfarct, moeten nog wel in het ziekenhuis blijven tot ze voldoende zijn hersteld van de gevolgen.

Dit artikel delen