Minister: ‘Vergunning lozen afvalwater nodig om te kunnen controleren’

Chemours heeft een vergunning voor het lozen van afvalwater in rivier de Nieuwe Merwede nodig, zodat de overheid kan controleren. Dit stelde minister Cora van Nieuwenhuizen donderdagavond 16 mei tijdens een debat over het Dordtse chemiebedrijf in de Tweede Kamer. De minister wil het chemiebedrijf een vergunning geven om afvalwater te mogen lozen.

Met de vergunning mag het chemiebedrijf jaarlijks maximaal 5 kilo Genx-houdend afvalwater en maximaal 2 kilo PFOA-houdend afvalwater lozen op het oppervlaktewater van de Nieuwe Merwede. Dit is de rivier tussen Dordrecht en Werkendam. Chemours mag niet lozen in de Beneden-Merwede, waar het chemiebedrijf langs gevestigd is. Aanleiding voor de vergunning is de constatering dat er in een directe lozing vanaf het terrein van Chemours de stof GenX aanwezig was. Rijkswaterstaat droeg het chemiebedrijf toen op om alsnog een vergunning hiervoor aan te vragen.

Uit nader onderzoek bleek dat de aanwezigheid van GenX werd veroorzaakt door neerslag uit de lucht. Chemours mag de stof via de lucht uitstoten, door regen kwam de stof in het water terecht. Met de nieuwe vergunning wordt de directe lozing gelegaliseerd volgens de afspraken die gelden vanuit de Landelijke Handhavingsstrategie, zo schreef de minister eerder in een brief aan de Tweede Kamer.

Oppositiepartijen in de Tweede Kamer reageerden donderdagavond verontwaardigd op de plannen en zijn tegen de nieuwe vergunning. Volgens minister Cora van Nieuwenhuizen is een vergunning nodig om de uitstoot van Chemours te kunnen controleren en indien nodig ook te kunnen straffen. Op dit moment zijn er nog geen specifieke regels voor, waardoor volgens de minister niet gesteld kan worden dat Chemours regels heeft overtreden.

Dit artikel delen