‘Ministerie negeert risico op ramp met goederentreinen vol gevaarlijke stoffen door regio’

Het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat negeert het risico op een ramp, die conclusie trekt Dordrecht op basis van de Kamerbrief van staatssecretaris Van Veldhoven over het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor.

Het ministerie weegt de kans op een ongeval en het aantal potentiële slachtoffers dat dan valt – het groepsrisico – niet mee bij de noodzakelijke routekeuzes voor het toenemende vervoer van gevaarlijke stoffen. Dordrecht en diverse Brabantse steden roepen Kamerleden in een brief op veiligheid centraal te stellen en het groepsrisico nadrukkelijk mee te nemen in de afwegingen over goederenvervoer. Dit wordt nog urgenter gezien de groeiambities van diverse steden, waaronder Dordrecht. Ambities die het Rijk zelf ook heeft. Die groei is juist binnenstedelijk voorzien rond vervoersknooppunten, zoals de Dordtse Spoorzone. Het groepsrisico vormt daarbij een belangrijke randvoorwaarde.

De steden dragen in hun oproep oplossingen aan voor de korte en lange termijn. Op de korte termijn moet voorkomen worden dat nieuwe overschrijdingen van het groepsrisico ontstaan door het toenemend goederenvervoer. Dat kan op eenvoudige wijze door brandbare gassen (LPG) te verplaatsen van de Brabantroute, die via Zwijndrecht en Dordrecht naar het Zuiden gaat, naar bijvoorbeeld de Betuweroute. Dit vereist wel een snelheidsverlaging voor het goederenvervoer door de steden en op de routes naar de Betuweroute. Dat scheelt enorm qua veiligheidsrisico’s.

Naast een realistischer benadering van het bepalen van vervoers- en routekeuzes pleiten de gemeenten ook voor structurele oplossingen op de lange termijn. De steden pleiten voor verschillende lijnen. Meer vervoer over water in plaats van per spoor en meer gebruik maken van buisleidingen. Ook het samenvoegen van productie en verwerking op één plek met een goede aansluiting op bijvoorbeeld de Betuweroute scheelt flink in de vervoersbewegingen.

De gemeenten aan de Brabantroute en Dordrecht verzoeken de staatssecretaris om op korte termijn in overleg te treden. De staatssecretaris heeft aangegeven dit gesprek te willen aangaan.

Dit artikel delen