Een nieuwe manier van alarmeren bij voorvallen met gevaarlijke stoffen in het Rotterdamse havengebied heeft in 2017 tot aanzienlijk minder vertragingen op het spoor geleid. Van de zeventien keer dat de (bedrijfs)brandweer vorig jaar moest uitrukken, konden de treinen op de hoofdbaan twaalf keer blijven rijden. De nieuwe werkwijze betekent aanzienlijk minder economische schade voor goederenvervoerders.
Het gaat om lekkages waarbij hele kleine hoeveelheden van een (soms gevaarlijke) vloeistof vrijkomen uit een goederenwagon. Bijna altijd lopen die incidenten met een sisser af, zo laat ProRail weten. Tot 2016 werd bij een lekkage het treinverkeer volledig stilgelegd. Dat jaar ging het om 32 gevallen in het Rotterdamse havengebied.
Dat stilleggen van het treinverkeer was niet nodig, bedachten de gezamenlijke brandweer in de Rotterdamse haven en Incidentbestrijding van ProRail zich, want de partijen weten naar eigen zeggen wat voor stoffen er in de druppelende wagons zit. Aan de hand van die kennis, kunnen zij bepalen hoe groot het (gezondheids)risico is voor de buitenwereld. Dat is meestal zo klein, dat de brandweer niet met man en macht hoeft aan te treden. ProRail beschikt zelf ook over gekwalificeerd personeel en over goede spullen om kleine lekkages snel en vakkundig op te lossen.
Ondanks de goede resultaten is er nog ruimte voor verbetering, zo is ProRail van mening. Zo werkt de spoorbeheerder hard aan het invoeren van het systeem op emplacement Kijfhoek in Zwijndrecht. Invoering daar laat door ingewikkelde aanpassingen aan computersystemen nog op zich wachten. Als dat wel is gebeurd, kan ProRail nog meer hinder voorkomen. In 2016 waren er op Kijfhoek 29 kleine lekkages. Vorig jaar waren dat er 28. Verder denkt ProRail nog vaker over te kunnen gaan tot het niet volledig stilleggen van het treinverkeer, waarbij de veiligheid altijd voorop staat.