De provincie Zuid-Holland scherpt de omgevingsvergunning van Chemours verder aan. Met de wijziging wordt de uitstoot van GenX via afvalwater en de lucht verlaagd. Daarnaast moet Chemours onderzoeken hoe de uitstoot verder verlaagd kan worden. Het chemiebedrijf heeft aan aangekondigd hiervoor een proefinstallatie te bouwen, deze moet komende zomer operationeel zijn.
Omwonenden en betrokkenen maken zich zorgen om de uitstoot van stoffen bij het bedrijf Chemours. De provincie deelt die zorgen. Veilig drinkwater en een veilige leefomgeving zijn cruciaal en hebben voor het provinciebestuur prioriteit. Samen met het Rijk, waterschap en gemeenten blijft de provincie zich hiervoor inspannen. De aanscherping van de vergunning is een van de concrete acties.
Chemours mocht volgens de vergunning jaarlijks 6400 kilo afvalwater lozen in rivier de Beneden-Merwede. Het bedrijf liet eerder al weten minder uitstoot te hebben en diende daarom ook zelf een zienswijze in voor de vergunning om de uitstoot te verlagen. Uit diezelfde rivier haalt Oasen water om drinkwater van te maken, het waterbedrijf benadrukt dat op dit moment de kwaliteit van het drinkwater niet in gevaar is. Wel maakt het drinkwaterbedrijf zich zorgden of de kwaliteit ook in de toekomst kan worden gegarandeerd. De provincie verlaagt de indirecte lozing van GenX via het afvalwater naar 2035 kilo per jaar. Via de lucht wordt de uitstoot voor de stof FRD903 van 640 kilo verlaagd naar 450 kilo per jaar. Voor de stof E1 geldt een verlaging van 1200 kilo naar 450 kilo per jaar. De stof E1 ontstaat tijdens het productieproces.
Op dit moment ontbreken voldoende inhoudelijke gronden voor de provincie Zuid-Holland om het bedrijf te verplichten tot verdere beperking of volledige uitfasering van de lozing. Het wordt daarom niet haalbaar geacht om een besluit met die strekking te nemen. De provincie verplicht Chemours wel om te onderzoeken hoe de emissies naar de lucht en het water nog verder kunnen worden teruggedrongen.