Rechter doet eind juni uitspraak in beroep aangescherpte vergunning Chemours

De rechter doet eind juni uitspraak in het beroep tegen de aangescherpte vergunning van chemiebedrijf Chemours. Het beroep diende donderdag 17 mei in de rechtbank in Den Haag.

In april 2017 heeft de provincie Zuid-Holland de vergunning voor uitstoot van GenX-stoffen naar lucht en water flink aangescherpt. De provincie heeft daarbij aangegeven dat zij het juridisch niet haalbaar achtte de uitstoot helemaal naar nul terug te brengen. Zowel drinkwaterbedrijf Oasen als Chemours zijn in beroep gegaan tegen de aanscherping. Oasen wil dat de uitstoot toch verder teruggebracht wordt met een duidelijk en stapsgewijs afbouwscenario.

Ook Chemours is in beroep gegaan tegen de nieuwe vergunningeisen. Dat beroep betreft niet de aangescherpte eisen voor de uitstoot van GenX-stoffen naar water, maar die voor de uitstoot naar de lucht van de stof E1. Het chemiebedrijf mag volgens de nieuwe vergunning 68,2 procent minder afvalwater lozen. Via de lucht moet Chemours de uitstoot van FRD903 van 640 kilo verlagen naar maximaal 450 kilo per jaar. Voor de stof E1 geldt een verlaging van 1200 kilo naar maximaal 450 kilo per jaar. Voor het bedrijf is de verlaging van 62,5 procent van de uitstoot van E1 is niet haalbaar, daarom gaat het bedrijf in beroep. Chemours heeft in juli 2017 nogmaals aan 078Vandaag bevestigd dat zij enkel voor de stof E1 beroep aan zouden tekenen. Het bedrijf zal de andere aanscherpingen van de vergunning accepteren en naleven, zo liet het toen weten.

Op 28 juni zal de rechtbank uitspraak doen. Dan zal duidelijk worden of de aangescherpte vergunning nog verder aangescherpt zal worden of dat de uitstoot voor de stof E1 wordt verruimd.

Dit artikel delen