De directeuren van waterschap Hollandse Delta, waterschap Rivierenland en Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid hebben dinsdag 6 juni de samenwerkingsovereenkomst indirecte lozingen getekend.
Met deze overeenkomst gaan de instanties nog nauwer samenwerken op het gebied van indirecte lozingen. Een indirecte lozing is een lozing van afvalwater op de riolering. Dit afvalwater mengt zich met huishoudelijk afvalwater en komt bij de rioolwaterzuiveringen van de waterschappen. Hier ondergaat het afvalwater de gebruikelijke huishoudelijke afvalwaterzuiveringstappen en wordt vervolgens op oppervlaktewater wordt geloosd.
Voor bedrijven die een vergunning voor een indirecte lozing aanvragen betekent deze nauwere samenwerking dat zij bij de aanvraag voor een indirecte lozing bij de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid ook direct alle consequenties in beeld krijgen. Niet alleen welke maatregelen zij zelf moeten doen, maar ook bijvoorbeeld de consequentie voor de heffing van de waterschappen.
Onderdeel van de samenwerking is ook dat het toezicht op de lozing gebundeld wordt. De instanties kunnen voor elkaar controleren. Daarmee vermindert het aantal controles, maar wordt er per controle wel naar meer zaken gekeken.
Middels het adviesrecht hebben waterschappen al de mogelijkheid om te reageren op aanvragen voor vergunningen van een indirecte lozing. Zo’n indirecte lozing kan namelijk effect hebben op de werking van de afvalwaterzuivering. Door deze overeenkomst gaan de organisaties ook nog meer kennis en ervaringen delen met elkaar. Zodat elkaars belang beter en sneller meegewogen kan worden in het vergunningsproces. Met deze samenwerkingsovereenkomst lopen de instanties vooruit op de invoering van de Omgevingswet. De één-loket gedachte krijgt in deze samenwerking nog meer vorm.