Zwijndrecht wil inwoners stimuleren om auto te laten staan

De gemeente Zwijndrecht wil inwoners stimuleren de auto te laten staan en wat vaker te lopen, op de fiets te stappen of het openbaar vervoer te gebruiken. “De auto moet een minder dominante positie krijgen in het straatbeeld. Goede fietsvoorzieningen zoals fietsparkeerplekken kunnen de concurrentiepositie van de fiets ten opzichte van de auto verbeteren”, zegt wethouder Jos Huizinga (Verkeer). Daarnaast is het vanwege de verandering van het klimaat belangrijk de openbare ruimte te vergroenen zodat regenwater weg kan en grote hitte kan worden opgevangen. Dat betekent minder steen en asfalt en meer bomen en groen.

Deze thema’s spelen een grote rol in het nieuwe parkeerbeleid waar de gemeente nu aan werkt. Om te inventariseren hoe bewoners denken over parkeren heeft de gemeente afgelopen zomer een parkeeronderzoek laten houden door het Onderzoekcentrum Drechtsteden. De resultaten daarvan worden, net als de motie van de gemeenteraad om aandacht te hebben voor fietsparkeren, meegenomen in het nieuwe parkeerbeleid.

Ongeveer de helft van de ondervraagden ervaart parkeeroverlast in de eigen buurt doordat hun straat vol staat met auto’s en bedrijfsbusjes, waardoor er een tekort is aan parkeerplaatsen. Bijna 800 inwoners vulden de enquête in, zowel leden van het Bewonerspanel Zwijndrecht als inwoners die de vragenlijst via de digitale kanalen van de gemeente invulden. Van de deelnemers aan het onderzoek had de meerderheid meer dan één auto. Dit is niet voor alle inwoners van Zwijndrecht het geval, daarom zijn de resultaten van het onderzoek niet 1 op 1 te vertalen naar alle inwoners. Niet alleen in de eigen woonomgeving ervaren inwoners een tekort aan parkeerplekken. Dit speelt ook elders in Zwijndrecht rondom winkelcentrum Walburg, bij het Veerplein en bij het treinstation.

Behalve naar problemen, is inwoners ook gevraagd naar mogelijke oplossingen. Het meest voorgesteld is het anders inrichten van de bestaande parkeerplekken (bijvoorbeeld schuine parkeervakken). Daarnaast zegt een deel van de ondervraagden bereid te zijn (voortaan) op eigen terrein te parkeren, al zijn de mogelijkheden hiertoe beperkt en zou dit slechts een geringe bijdrage aan het oplossen van de parkeerdruk leveren. Meer parkeerplekken maken wordt ook vaak genoemd. Het is niet altijd mogelijk om in de eigen woonomgeving voldoende ruimte te creëren voor auto’s. Daarom is bewoners gevraagd hoe zij denken over parkeren op enige afstand van hun woning. Vier op de tien autobezitters zegt ervoor open te staan om de auto op enige afstand te parkeren. Voor driekwart van hen is een parkeerplaats binnen 250 meter van de woning acceptabel. Andere suggesties van inwoners zijn het invoeren van de regel dat bedrijfsbusjes buiten de buurt/wijk geparkeerd moeten worden, het invoeren van parkeren met vergunning of het reserveren van een maximaal aantal plekken per huishouden.

Het creëren van meer ruimte voor auto’s mag niet ten koste gaan van het huidige groen, speelplekken of de breedte van straten, vindt ongeveer de helft van de ondervraagden. Vooral het inleveren van speelplaatsen ten gunste van parkeerplekken is bij een ruime meerderheid (56 procent) onbespreekbaar.

De door inwoners aangedragen oplossingen onderzoeken we de komende maanden op haalbaarheid. De gemeente gebruikt de resultaten van het onderzoek voor het nieuwe parkeerbeleidsplan dat naar verwachting de eerste helft van volgend jaar wordt opgeleverd. Het conceptplan wordt begin volgend jaar eerst voorgelegd aan inwoners voor tijdens een informatieavond. Daarna gaat het voor besluitvorming naar de gemeenteraad.

Dit artikel delen